Geschiedenis van het ontstaan van de woonwijk KOTERMEERSTAL ZUID

De nederzetting Dedemsvaart is in 1811 als hoogveenkolonie langs de Hoofdvaart en de parallel gelegen Langewijk ontstaan. Over twee zandruggen liepen routes tussen de Hoofdvaart en de Langewijk, waarlangs bebouwing is ontstaan. Zie het onderstaande historisch kaartje ± 1830, uit Grote Historische Atlas van Nederland 1830-1855. Het dorp Dedemsvaart werd gesticht door mr. W.J. Baron van Dedem, tevens naamgever van de kolonie. Het dorp ontwikkelende zich langs twee vaarten, de noordelijk gelegen Langewijk en de Hoofdvaart, die bij Rollepaal (sluis 6) samenkomen en als Rheezerend verder gaan. Afgezien van kleine verveningen voor eigen gebruik, begon het afgraven van veen in Noord-Overijssel vrij laat, namelijk in het begin van de negentiende eeuw. Voor de afvoer van turf en de afwatering was het graven van een kanaal noodzakelijk. Eerst groef men de Langewijk en in 1808 werd op initiatief van Willem Jan Baron van Dedem begonnen met het graven van het kanaal de Hoofdvaart of de Dedemsvaart (gereed 1817). In 1827 was het kanaal doorgetrokken tot Ane bij de Vecht. Door financiële problemen kwam de vervening moeizaam op gang. In 1837 werd het gebied toegevoegd aan de gemeente Avereest. Door de beschikbaarheid van turf werden langs de Kalkwijk (nu Zuidwolderstraat) vanaf 1820 kalkovens gebouwd, waarin de uit de Waddenzee afkomstige schelpen werden gebrand tot kalk, bestemd voor Noord-Hollandse bouwplaatsen. Uiteindelijk ging de Dedemsvaart in 1845 over in handen van de provincie Overijssel. Opmerkelijk is dat juist ter plaatse van de huidige nederzetting Dedemsvaart het beloop van het kanaal niet de rechte, strakke opzet kent zoals dat ten westen en ten oosten van Dedemsvaart het geval is. Er is sprake van een aantal scherpe knikken in het beloop van het kanaal. Feitelijk zijn hier twee kanalen parallel aan elkaar gegraven: de zuidelijk gelegen Hoofdvaart en de ten noorden daarvan gelegen Lange Wijk. Vermoedelijk is dit het gevolg van de stagnatie die bij de vervening optrad en de afzonderlijke verveningsactiviteiten die aan het graven van het kanaal voorafgingen. Na 1860 namen de verveningsactiviteiten in het gebied af. In 1850 werkten er 3.500 arbeiders; in 1885 was dit aantal teruggelopen tot minder dan 350. De in 1890 opgerichte scheepswerf (locatie Peterswijk) werd, omdat de Langewijk werd gedempt, in 1966 naar Kampen verplaatst. De grond aan de oostzijde van het dorp bleek uitstekend geschikt voor tuinbouw. In 1896 stichtte vervener H. Scholten in Rheezerend een bloemen- en plantenkwekerij. In 1888 volgde de kwekerij Moerheim van B. Ruys waarnaast zich nu de tuinen van Mien Ruys bevinden. Vanaf het begin van de twintigste eeuw volgde een eerste opvulling tussen de beide linten in de vorm van de Julianastraat en de Van Haeringenstraat. Zie het onderstaande historisch kaartje ± 1900, uit de Historische Atlas Overijssel. Uit het kaartbeeld blijkt dat bebouwing uitsluitend langs de kanalen was geconcentreerd. Voor een deel zijn de afgegraven veengronden in gebruik genomen als akker- en weiland. De Julianastraat is vanouds de belangrijkste verbinding tussen de twee vaarten en loopt centraal in het dorp van noord naar zuid. De Dedemsvaart is grotendeels als vaart behouden en is daarmee een van de belangrijkste dragers van de structuur van het dorp. De Dedemsvaart verdeelt de kern in een noordelijk en een zuidelijk gedeelte. De ruimtelijke structuur van Dedemsvaart wordt in grote lijnen bepaald door de ligging van de (water) wegen. De veenkoloniale hoofdstructuur de Dedemsvaart, de Julianastraat, de Nieuwe wijk en de Van Rooyens Hoofdwijk zijn belangrijke elementen. De rechthoekige structuur van Dedemsvaart is een afgeleide van deze wegen. Reeds in 1963 werd de basis gelegd voor de plannen m.b.t. onze wijk en de daarom heen liggende gebieden. Het eerste Bestemmingsplan Kotermeerstal werd vastgesteld op 11 september 1985 en goedgekeurd op 29 april 1986. Daarna volgden nog enkele (gedeeltelijke) herzieningen van de bestemmingsplannen. De meeste informatie in dit verhaal is ontleend aan het bestemmingsplan uit 2004 en deels uit het bestemmingsplan uit 2012. Het meest recente bestemmingsplan dateert uit 2016. Na afronding van de zandwinning Kotermeerstal is, in de zone tussen de Dedemsvaart en de ontstane plas, de ontwikkeling van de meest recente uitbreiding van Dedemsvaart op gang gekomen. Het totale gebied telt circa 60 ha, onder te verdelen in vier deelgebieden die worden begrensd door de oost-west gesitueerde Mien Ruyslaan en de noord-zuid gerichte sloot (Van Rooyens Hoofdwijk). De veenkoloniale structuur is terug te vinden in de ruimtelijke structuur en verkaveling van het plan.
Gemeente Hardenberg tek.nr. 115.22.50.01.00 bron: Topografische Dienst
Onze wijk telt in totaal 182 woningen. Met de realisatie van nog 11 appartementen aan het begin van de woonwijk in 2021 zal de wijk na vele jaren van opbouw eindelijk compleet zijn en het totaal aantal woningen uitkomen op 193. Inmiddels is ook al de nabijgelegen woonwijk Bransveen deels gerealiseerd en na een eerste bouw fase is begonnen aan een 2de fase. Deze pagina is samengesteld met bewerkt materiaal uit enkele Bestemmingsplannen van de Gemeente Hardenberg. Heeft U opmerkingen of aanvullingen op deze pagina: stuur ons dan een BERICHT